Genade is wat we ontvangen is het uitgangspunt van de komende weken in de kerk.
Door genade blijft er altijd zicht op het onbekende, op het onverwachte, op het Goddelijke.
In de veertig dagen tijd zien we een verbeelding met o.a. hoge, droge grassen. Ze herinneren ons aan een voorbije lente, zomer en herfst. Later zal de verbeelding steeds groener worden: de hoop op een nieuwe lente. Onderaan staat een rieten mand. De mand wordt niet tot aan de rand gevuld, maar blijft open om het ontvangen te benadrukken. De schikking rust op de bodem van de mand en reikt naar boven, naar de hemel.
![]() |
Eerste zondag van de veertig dagen Zondag 6 maart Lucas 4: 1-13 We lopen aan de hand van Lucas eerst met Jezus de woestijn in en lezen hoe hij door Zijn tegenspeler wordt uitgedaagd. Tot drie keer toe gaat Jezus niet in op de vraag, maar wijst Hij op wat er geschreven en gezegd is. De hoofdboodschap: een leven met God betekent dat je niet altijd de makkelijkste weg gaat, wel dat je probeert in afhankelijkheid van hem te leven. We zien de korenaren tussen de grassen als verwijzing naar de zinsnede:"De mens leeft niet van brood alleen". De Primula (Nederlandse naam: Hemelsleutel) in de mand symboliseert de sleutel naar de hemel. |
![]() |
Tweede zondag van de veertig dagen Zondag 13 maart Lucas 9:28-36 Een toespraak van Jezus over Hem navolgen, zelfverloochening en je kruis opnemen. Het lijkt alsof de toekomst zich voor de ogen van de discipelen opent. Terwijl de drie leerlingen slapen spreekt Jezus met Mozes en Elia over de dingen die gaan komen, de weg die Jezus moet gaan naar Jeruzalem. Als even later Petrus en de anderen wakker worden bevestigt een stem uit de wolk die over komt drijven het Zoon-zijn van Jezus. Hier wordt Jezus erkend als de Zoon van God. In de grassen hangt een “wolk” van gipskruid en grassen. |
![]() |
Derde zondag van de veertig dagen Zondag 20 maart Lucas 13:1-9 Lucas 13 begint met een pittige toespraak. Wie denkt dat hij beter is dan een ander heeft het bij het verkeerde eind. De boodschap is helder: als mens zijn we geroepen vrucht te dragen door ons in te keren tot God en deelgenoot van zijn koninkrijk te worden. We moeten zo leven dat we tot bloei komen en vrucht dragen. De tak van de vijgenboom met vruchten is een prachtig symbool voor vrucht dragen. We zien fruitboomtakken met knoppen die later vruchten zullen dragen. Ook de Helleborus heeft veel zaad in zijn bloemen en versterken de relatie tussen Kerst en Pasen. |
Vierde zondag van de veertig dagen Zondag 27 maart Lukas 15: 11-32 Deze gelijkenis staat tussen een aantal andere die beeldend vertellen waar het koninkrijk van God mee te vergelijken is. In deze gelijkenis staat het huis van God de Vader centraal. Daar is voor iedereen plek en het is er goed. De verloren zoon komt naar huis voor een nieuwe start. Tussen de grassenstructuur zien we kale takken en takken met de eerste bloesems. Feestelijk symbool voor een nieuw begin.
|
|
![]() |
Vijfde zondag van de veertig dagen Zondag 3 april Lucas 20:9-19 Een derde gelijkenis in deze Veertigdagentijd. Jezus gebruikt het beeld van een man met een wijngaard. De man gaat op reis en verpacht de wijngaard aan een aantal wijnbouwers. Op enig moment wil de man de vruchten van zijn investering zien en stuurt tot tweemaal toe een knecht om het geld op te halen. Nadat beide knechten zijn afgeranseld, stuurt de eigenaar zijn zoon. Je zou kunnen zeggen: daarmee stuurt hij zijn meest nabije. Maar de zoon wacht een afschuwelijke ontvangst en moet zijn komst met de dood bekopen. Zo wordt Lucas 20 een vooruitblik op de weg die Jezus zal gaan om de toekomst te openen. De rank en de druif horen bij elkaar. We zien de druiventrossen in de schikking. |
![]() |
Zesde zondag van de veertig dagen Zondag 10 april Lucas 22: 1-23, 56 Het is Palmzondag. Vandaag maken we de stap naar de Pesachmaaltijd. We lezen over de voorbereidingen die Petrus en Johannes daarvoor moeten treffen, maar ook over de afspraak van Judas met de hogepriesters om Jezus uit te leveren. Tijdens de Pesachmaaltijd spreekt Jezus woorden die de eeuwen daarna in de kerk zijn blijven resoneren. Dit is mijn lichaam en dit is mijn bloed. De tekenen van brood en wijn staan centraal in de lezing. Het avondmaalstel staat erbij en we zien korenaren. De verticale “zuil” wordt steeds groener door het toevoegen van groene takken en het weghalen van de dorre grassen. Ook zijn er buxustakken te zien, een verwijzing naar de intocht in Jeruzalem. |